Binnenkort te koop: Boerderij langs de IJssel in Brummen (compleet met ponton).

Een vriendin deed mij onlangs een suggestie voor het volledig omgooien van mijn leven. Ik had kennelijk door laten schemeren dat ik daar aan toe was. Zij had een artikel gelezen in de Volkskrant. Het ging over veerman Dirk Wijers die inmiddels al vijf jaar op een koper zit te wachten voor zijn pont over de IJssel tussen Brummen en Bronkhorst.

Hij krijgt zijn boot maar niet verkocht. Dat is niet echt verwonderlijk. Het artikel maakt deels duidelijk waarom dat zo is. Als je verder het nieuws bijhoudt over klimaatopwarming en de gevolgen daarvan, kan het je niet verbazen dat er nog steeds geen opvolger zit op de schippersstoel van Dirk.


Hij prijst wel zijn levensstijl aan (‘Je bent altijd buiten en hebt niks geen gedoe met een baas’) maar laakt de condities waaronder hij tegenwoordig als kleine zelfstandige moet varen. Die zijn te riskant geworden. De subsidiepot van Het Gelders Verenfonds, die de overzettarieven laag hield, is uitgeput. Dit fonds kan dus ook geen garantstelling meer bieden aan banken voor leningen van potentiële geïnteresseerden.

Een nog grotere bedreiging vormt echter de levensader zelf: de rivier doet niet meer wat hij eeuwenlang deed. Er valt geen peil meer op te trekken. De waterstanden zijn soms te laag om nog te kunnen varen. Dat staat niet in dit artikel maar in een ‘eindejaarsinterview’ in 2018 in de NRC, waarin dezelfde Dirk – dan nog niet in de rol van verkoper – klaagt over de laagste waterstand die hij ooit heeft meegemaakt.

Zijn pont lag in dat jaar halverwege de herfst twaalf dagen stil vanwege die karige toestroom. In januari had het ook al vier weken stilgelegen, toen juist vanwege hoog water. De veerweg, die loopt vanaf de dijk naar de pont, was niet meer begaanbaar. In alle jaren daarna is het weer eigenlijk steeds meer een risicofactor geworden. Je kunt niet meer van de natuur op aan. De klimaatverandering begint heel duidelijk z’n tol te eisen.

Voor het overnemen van al deze zorgen wil Wijers twee ton ontvangen. Hij komt tot dit bedrag door een jaaromzet van 160 duizend euro op te tellen bij wat hij voor het veer met vaarrecht meent te kunnen vragen. Als de kopers wegblijven zal hij zijn aanbod aantrekkelijker moeten maken. Heb niet teveel medelijden met de veerman; hij bezit twee boerderijen op de terp pal naast het veer aan de Brummenzijde.

Als hij het bundeltje jaaromzet, IJsselveer en vaarrecht aanvult met een boerderij kan hij de vraagprijs ophogen en zal een potentiële koper dat hele vaargebeuren misschien op de koop toenemen. Het is een beetje zoals met veel agrariërs in Nederland: ze klagen steen en been over de bedreiging van hun prachtige professie – bij boeren heel duidelijk vanwege de gevolgen van hun stikstofdeposities – maar bezitten wel een vermogen aan onroerend goed.