Bomen kappen voor het klimaat.

Het bleek een historische fout van bestuurders om biomassa als hernieuwbaar te beschouwen. Men ging er tezeer van uit dat gekapte bomen in gelijke mate zouden teruggroeien om zo de CO2 op te nemen die bij verbranding vrijkwam. Wetenschappers toonden aan dat het stoken van hout niet circulair is. En raad eens wat: biomassa wordt nog steeds ‘officieel’ als groene energie aangemerkt. Wie steekt een stokje voor deze tegenstrijdigheid?

Theorieën zijn falsifieerbaar (zoals dat hoort) maar tot nu toe kwam er uit wetenschappelijke hoek geen wijziging in het verworven inzicht: houtstook is geen klimaatvriendelijk alternatief voor fossiele brandstoffen omdat nieuwe aanplant na kap de klimaatwinst niet kan garanderen. Het duurt decennia voordat jonge boompjes de vrijgekomen CO2 compenseren. Op de korte termijn veroorzaakt biomassa zelfs meer CO2-uitstoot dan steenkool.

Helaas is het percentage biomassa dat – volgens mij ten onrechte – deel uitmaakt van de categorie Hernieuwbare Energie, niet gedaald in dit overzicht tot oktober van het vorige jaar. Blijft er dus 8% echte hernieuwbare energie over. Tenzij men vindt dat hout verbranden hernieuwbaar is, zijn grafiekjes inclusief biomassa op deze manier niet zuiver en eigenlijk is men de kluit aan het belazeren. Wat niet zichtbaar wordt in deze positieve want opgaande lijn, is dat het aantal privé-houtstokers enorm is toegenomen. Waarom wordt dat niet zichtbaar? Omdat het grafiekje alleen maar het percentage hernieuwbare energie laat zien ten opzichte van andere vormen van professionele energieproduktie.

Een andere grote vergissing was, dat men toendertijd slechts één voorwaarde stelde aan kaphout: het moest door duurzaam bosbeheer zijn verkregen. De centrales ontvingen miljarden aan rijkssubsidie als ze de bekende keurmerken (FSC en PFC) hanteerden. Maar hoe controleerde je duurzaam bosbeheer in de VS, Rusland en de Baltische staten, waar dat hout grotendeels vandaan kwam?

Hoe vaak bleken afspraken tussen de commerciële instellingen en de regerende machten niet slechts een papieren werkelijkheid? Hoe ziet de naleving op die controle eruit? Biomassaoogst uit duurzaam bosbeheer op duizenden kilometers van hier leek bijna niet te organiseren met een goed controlesysteem.

Er zijn inmiddels een paar dingen veranderd. Certificering is verplicht. Ondanks dat eindigt er nog steeds veel vegetatie in de vorm van houtsnippers in Nederlandse centrales. Dan gaat het om bomen die een stevig gewortelde plek in de natuur verdienen. Daar waar ze thuishoren dus, en waar ze van veel meer nut zijn dan als loutere energieverschaffers.

Nederland was erg gretig in het omarmen van de biomassastook toen daar in Europees verband over werd gestemd. We bleken dan ook zo’n beetje het vieste kindje uit de Europese klas. De behoefte aan een snelle oplossing waarmee we onze achterstand in CO2-reductie konden inhalen, was groot. Helaas hebben we hiermee massaal ingezet op een middel dat erger lijkt dan de kwaal.

Zelfs partijen met een groene reputatie stonden toe dat – als uitruil in de onderhandelingen – kolencentrales op houtsnippers mochten overstappen. Hoe kon men denken dat het terugdringen van de milieuproblemen mogelijk was met duurzame biomassa? En waarom stelden deze partijen, na de nieuw verkregen inzichten, die hen allang bereikt hadden, hun standpunten niet bliksemsnel bij?

Uiteindelijk gebeurde dat. Groen Links bijvoorbeeld is nu een tegenstander van het gebruik van biomassa voor het opwekken van elektriciteit en warmte. Maar om nu te zeggen dat dit een ferm standpunt is. Wat doen we met de honderden biomassacentrales die inmiddels overal operationeel zijn? Direct sluiten zou ik zeggen. Het officiële partijstandpunt: ‘We willen geen nieuwe biomassacentrales en ook geen bijstook van biomassa in kolencentrales. Bestaande biomassa faseren we uit.’

Tegen bedrijven met winstoogmerken kun je een terechte argwaan koesteren. Daar moet de grote transitie natuurlijk niet vandaan komen. Regeringspartijen die economische groei belangrijker blijven vinden dan kwaliteit van leven zijn ook niet het soort van machten waarvan het milieu het moet hebben. Maar wat als het inzicht bij een partij als Groen Links nog langzamer voortschrijdt dan de groei van jonge aanplant in een kaalgekapt bos? Waar moet de oplossing dan nog gevonden worden?

Bij milieuactivisten die – democratisch moe gedemonstreerd – hun vreedzame intenties ‘in de wilgen hangen’ en overgaan tot hardere maatregelen? De nieuwste bedreiging van het bos vloeit voort uit de (steeds maar dreigende) energieschaarste. Van het gas af en nog geen afdoende alternatieven drijft de consument richting houtkachel. We bevinden ons nu ook in een tijd waar grote bezwaren tegen biomassa als onwelgevallig worden beschouwd voor een nog steeds op groei gerichte economie.

Het laatste bericht over biomassa is dat de lijn die het gemiddelde gebruik aangeeft in de grafieken langzaam daalt. Maar het niveau zit nog altijd boven dat van eind 2020 toen er over het algemeen positief werd gedacht over biomassacentrales en over bijstook van houtachtige produkten in kolencentrales.

Mijn belangrijkste bezwaar is echter dit: als het totale energieverbruik toeneemt kan in de grafieken het gebruik van biomassa door professionele centrales procentueel wel afnemen ten opzichte van de andere energiebronnen, maar dan zit er in dat werkelijke verbruik nog voldoende ‘ruimte’ waar de schadelijke stook door huiskachelbezitters zich kan ‘verstoppen’.

Vandaar dat ik nu meer de moord stik als ik mijn raam opendoe dan toen het percentage hernieuwbare energie, als onderdeel van de grotendeels fossiele energieproduktie, kleiner was.