Landijs verdwijnt in zee en ons ‘niveau’ zakt nog verder beneden NAP.

Wetenschappers wagen zich niet snel aan voorspellingen. Je moet geen onzekerheden in je onderzoek willen introduceren, je bent tenslotte geen politicus, klimaatontkenner of complotdenker, die zomaar wat kan roepen. Ik vind dat wetenschappers zich soms wel erg voorzichtig uit laten. Dan zeggen ze bijvoorbeeld dat de toekomst van de ijsplaten afhankelijk is van het klimaatpad dat we gaan volgen, en dat het niet zeker is welk pad dat zal zijn. Echt niet? Ik vind die voorzichtigheid een verademing maar soms ook wel erg bedachtzaam.

In een wereld waarin velen ongegrond iets verkondigen, zijn wetenschappers onze rotsen in de branding. En toch, met alle respect voor hun zorgvuldigheid – die onderzoekers van de werkelijkheid nu eenmaal moeten betrachten – wil ik, als bezorgde burger, iets minder bescheiden naar voren brengen dat, mijn tijdgenoten inschattende, en in het licht van wat de klimaatonderzoekers inmiddels boven water hebben gekregen, het volkomen duidelijk is waar het heengaat met de wereld en met Nederland in het bijzonder: het water (en niet langer ons geld) klotst binnenkort tegen de plinten!

Er is al een ijsschots ter grootte van Gelderland afgebroken van de Zuidpool. Grotere stukken volgen. (De tekening is van Tjeerd Royaards, met permissie.)

We weten nu dat 60 procent van de ijsplaten kwetsbaar is en als gevolg van de opwarming van de aarde op de lange termijn een grote kans heeft om te verdwijnen. De politiek trekt zich te weinig aan van de gevolgen van klimaatopwarming (eigen waarneming) en de gemiddelde mens in mijn omgeving (zelf opgedane ergernis) interesseert het zo mogelijk nog minder. Wat heeft de wetenschap tot nu toe ontdekt? Dat meer dan de helft van de in zee drijvende Antarctische ijsplaten het risico loopt om gedeeltelijk af te breken. Als dit gebeurt, kan het landijs sneller naar zee stromen en zal de zeespiegel stijgen.

Onderzoekers brachten nauwkeurig in kaart waar zich spleten in het ijs bevinden. Als zich daarin genoeg smeltwater verzamelt, kan dit leiden tot verdieping van de scheuren en uiteindelijk tot het afbreken van de ijsplaten. Deze platen remmen het naar zee stromen van het landijs af. Als ze wegdrijven of in kleine stukken uiteenvallen verdwijnt hun remmende werking en kan het landijs sneller afglijden. Als meer landijs de zee instroomt leidt dit tot verhoging van de zeespiegel.

Het lijkt nu nog te gaan om een klein percentage smeltwater van het oppervlak van ijsplaten, maar toch. In het oostelijke, koudere deel van Antarctica mag het dan ‘slechts’0,6 procent zijn, in het westelijk deel van het continent, dat gevoeliger is voor opwarming van oceaan en atmosfeer, is het meer. Men heeft nu een indicatie welke ijsplaten kwetsbaar zijn en waar we onze aandacht op moeten richten. Dit wetende zou ik bijna zeggen: ik weet genoeg.

Dat doe ik natuurlijk niet, want hoe meer kennis van zaken, hoe beter. Wat ik bedoel is, dat ik geen groter inzicht nodig heb om in te zien, dat als zich smeltwater in spleten in het ijs verzamelt, de scheuren zich zo zullen verdiepen dat de ijsplaten op een zeker moment afbreken en dat we dan een grote guts water kunnen verwachten. Afbreken zullen ze. En de zeespiegel zal zodanig stijgen dat we het in dit kikkerlandje niet langer droog houden.

We zijn gewaarschuwd. Door mensen die ervoor hebben doorgeleerd.